Het is een vraag die ik bijna wekelijks krijg van nieuwe klanten. Waarom zouden ze moeten betalen voor een vertaling van hun tekst naar Belgisch-Nederlands, of Vlaams, als ze ook al een Nederlandse vertaler hebben ingehuurd? En ik begrijp hun vraag wel natuurlijk. Wie slim zaken wil doen, die kan maar beter het kostenplaatje goed in de gaten houden. Is het dan verstandig om twee vertalers te betalen voor één taal? In het geval van het Nederlands met z’n twee varianten is dat inderdaad vaak de beste keuze, al hoeft het zeker niet altijd. Laat me uitleggen waarom.
Hoe de verschillen tussen Vlaams en Nederlands steeds groter worden
Het is uiteraard in m’n eigen belang als meer bedrijven een beroep doen op Vlaamse vertalers. En in een eerste gesprek met een potentiële klant besef ik dat het een beetje klinkt als “Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend”.
Klanten die me beter kennen weten trouwens wel dat ik soms ook tegen m’n eigen winkel durf praten door aan te geven dat een Vlaamse vertaling in sommige gevallen niet noodzakelijk is. Maar wanneer is een Vlaamse vertaling dan wel nodig en wanneer niet?
Zelf probeer ik het meestal als volgt uit te leggen aan klanten die geen idee hebben van de verschillen tussen Vlaams (BE-NL) en Nederlands (NL-NL). Officieel spreken Vlamingen en Nederlanders dezelfde taal. Er bestaan tussen deze twee varianten wel verschillen maar ze horen allebei thuis onder het ‘Algemeen Nederlands’ en zijn dus allebei correct.
Het probleem voor tekstschrijvers is dat in het dagelijkse taalgebruik die verschillen steeds groter worden. Dat heeft enerzijds veel te maken met de status die het Vlaams in de loop der jaren heeft verworven. Anderzijds speelt ook de zich steeds verder ontwikkelende culturele scheiding tussen Vlaanderen en Nederland een rol.
Twee culturele regio’s
De Vlaamse cultuur is zich in de afgelopen halve eeuw steeds meer als een zelfstandige cultuur beginnen ontwikkelen. Waar Vlamingen vroeger massaal naar de Nederlandse televisie keken wordt er nu nog amper over de grens gekeken. Het is zelfs zo dat Vlamingen steeds minder weten over wat er bij de noorderburen leeft.
De Nederlandse actualiteit volgen we niet, Nederlandse muziek wordt amper gespeeld op Vlaamse radiozenders en Nederlandse schrijvers in Vlaanderen hebben het tegenwoordig moeilijker dan Vlaamse schrijvers in Nederland.
Vroeger keken Vlamingen naar Nederland als het land dat de standaard bepaalde voor het Nederlands en z’n uitspraak. Tegenwoordig ontwikkelen de uitspraak van het Nederlands in Nederland en in Vlaanderen zich erg verschillend, en niemand lijkt zich daar nog aan te storen. Terecht, want het opleggen van één standaarduitspraak die nauw aansloot bij de Noord-Nederlandse uitspraak kwam voor Vlamingen, met hun grote rijkdom aan dialecten, verknechtend over.
Het gevolg is dus dat de twee varianten steeds verder uit mekaar lijken te drijven, al doet de Taalunie dan nog zo z’n best om uniforme regels voor beide varianten af te spreken.
Nog een gevolg is dat een tekst geschreven door een Nederlander tegenwoordig al snel als zodanig herkend wordt door Vlamingen, en omgekeerd ook. De woordkeuze verschilt vaak, de woordvolgorde soms ook, en er duiken steeds meer verschillen op in welk woordgeslacht als gebruikelijk wordt gezien in Nederland en in België.
Een onnatuurlijk aanvoelende tekst verkoopt niet
Voor sommige teksten is het essentieel dat ze voor de lezer meteen vertrouwd aanvoelen en dat ze klinken alsof ze door een landgenoot zijn geschreven. In het geval van een reclame- of marketingtekst kan het beoogde effect van de tekst helemaal teniet worden gedaan als deze voor de lezer onnatuurlijk aanvoelt.
Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld ondertitels bij tv-programma’s. Die moet je bijna gedachteloos kunnen lezen, zodat ze de kijkervaring niet in de weg staan. Als je dan elke paar minuten een woord opmerkt dat in je eigen taalvariant niet gebruikelijk is, dan kan dat erg storend werken.
Bij andere soorten teksten is dit niet altijd het geval. Denk bijvoorbeeld aan technische teksten, handleidingen of formele teksten. Die klinken niemand natuurlijk in de oren, en dat hoeft ook niet. Er kan bij dergelijke teksten wel verwarring ontstaan als een in Nederland gebruikelijk woord wordt gekozen dat in Vlaanderen een andere betekenis heeft. Toch zullen de meeste lezers zich daar niet aan storen en zullen ze begrijpen dat de tekst niet door een landgenoot is geschreven of vertaald.
Juridische teksten (of bijvoorbeeld beleidsdocumenten) vormen echter een uitzondering op deze regel, want daar wordt toch vaak landspecifiek jargon gebruikt dat echt onbegrijpelijk is voor lezers die de juridische context niet kennen.
Vertalen of aanpassen?
Het is dat wat ik in een notendop aan m’n klanten probeer uit te leggen als ze me vragen hoe zinvol het is om een Vlaamse vertaler in te huren. Ik bekijk dan samen met hen de tekst die ze willen laten vertalen om te kunnen beoordelen in hoeverre een Vlaamse vertaling nuttig is.
Heeft de klant een erg gelimiteerd budget, dan is er eventueel nog een optie: niet vertalen maar aanpassen. Met andere woorden, de klant betaalt voor een vertaling naar bijvoorbeeld het Vlaams en vervolgens gaat er een Nederlandse proofreader of redacteur mee aan de slag om de tekst te ‘vernederlandsen’. Ik bied deze optie soms als een totaalpakket aan, waarbij ik dan zelf een Nederlandse collega zoek om mee samen te werken.
Bent u op zoek naar een ervaren vertaler van Engels of Frans naar Vlaams (Belgisch-Nederlands)? Contacteer mij dan vandaag nog voor een vrijblijvende offerte!